Hoe regisseer je acteurs? (1)




ARNE TOONEN ('BLACK OUT', 'DIK TROM') : De sport van het regisseren is om niet het resultaat uit te spreken naar je acteur, maar om iemand een doel te geven, waardoor ze gaan spelen naar het resultaat dat ik in mijn hoofd heb.
Boos’ is bijvoorbeeld een resultaat, dus ik zeg dan niet tegen mijn acteur: “Speel boos”, maar: “Ik wil dat je je tegenspeler straft en kleineert”.  
                                                                     
Op die manier is de acteur meer bezig met het uitlokken van een reactie bij de tegenspeler dan dat hij een resultaat probeert te spelen voor mij en dus vooral bezig is met zichzelf en zijn prestatie. Ik wil dat acteurs altijd met elkaar bezig zijn. Ik probeer dus ten alle tijden resultaat-regieaanwijzingen te vermijden.



HANRO SMITSMAN ('SCHEMER', 'SKIN'): Als je mij zou vragen: “Wat is een regisseur?”, dan zou ik zeggen dat een regisseur iemand is, die alles mag aanwenden om je acteurs daar te krijgen, waar je ze wilt hebben om het verhaal zo goed mogelijk te vertellen.

Je hebt verschillende soorten acteurs. Sommige acteurs bereiden zich voor alsof ze een lied hebben ingestudeerd. Wanneer ik dan als regisseur vraag of ze misschien op een andere toonhoogte kunnen zingen, dan hebben ze het daar heel moeilijk mee. Het is heel lastig om met zulke acteurs te werken.



URSZULA ANTONIAK ('NOTHING PERSONAL', 'CODE BLUE'): Ik merk eigenlijk altijd dat de geweld- en seksscènes misschien wel het meest makkelijk zijn om te draaien. Een scène met geweld gaat eigenlijk maar om een ding: Macht. Dat is makkelijk uit te leggen.                  
De moeilijkste scènes om te regisseren zijn de scènes waarin het dagelijkse leven getoond wordt. Want hoe ziet het dagelijks leven eruit? We worden de hele dag omgeven door het dagelijks leven. Hoe presenteer je dat dan in film, dat het eruit ziet als het dagelijks leven?



DANYAEL SUGAWARA ('ALLES STROOMT', 'THE QUIET ONE'): Ik ben er van overtuigd dat je moet gebruiken wat een acteur al heeft: Dus bijvoorbeeld een ervaring uit zijn of haar eigen leven, waaraan je allebei kunt refereren. Anneke Blok, die in mijn film Alles Stroomt speelt, begreep als alleenstaande moeder met een puber in huis het hoofdpersonage als geen ander.

Nederland is geen filmland. Onze goede acteurs komen vaak uit het theater en niet uit de film. Repeteren voor theater is een andere manier van repeteren dan voor film. 

Veel meer over hoe je acteurs regisseert en hoe je een film maakt in DE NIEUWE REGISSEURS, KLIK HIER